In de opleiding wordt er veel geoefend met het schrijven van wetenschappelijke teksten, zoals practicumverslagen, literatuurstudies en onderzoeksvoorstellen. Deze zijn bedoeld om peers en/of het grote publiek te informeren over onderzoek. De leerlijn Academisch Schrijven zorgt ervoor dat schrijfopdrachten in de bachelor beter op elkaar worden afgestemd. Zo ben je aan het einde van je bachelor in staat om verschillende wetenschappelijke teksten te schrijven.
In deze handleiding vind je instructies, tips en beoordelingscriteria voor het schrijven van wetenschappelijke teksten en publiekscommunicatie.Om inzichtelijk te maken wat er in welke fase van je studie van jou wordt verwacht heeft de opleidingleerdoelenenrubricsopgesteld. Controleer altijd bij de docent of deze gebruik maakt van de beoordelingscriteria beschreven in deze handleiding.
Op de volgende pagina's vind je meer informatie over:
- Algemene schrijftips
- De onderzoekscyclus in wetenschappelijke teksten
- Tips per tekstvorm
In deze video over feedback geven leer je waarom feedback geven belangrijk is en hoe je dit concreet kunt doen.
Contact
Heb je vragen over de handleiding academisch schrijven, mail dan de schrijfcoaches viaschrijfcoachesbmw@umcutrecht.nl.
Onze opleiding beschikt over schrijfcoaches, dit zijn Floor Kropman-Henken en Judith Zandstra. Zij staan voor je klaar als je vastloopt in een schrijfopdracht bij een cursus of het Researchproject. Ze kunnen je helpen in iedere fase van het schrijfproces.
Enkele voorbeelden van vragen waar de schrijfcoaches je specifiek bij kunnen helpen zijn:
- Hoe kan ik efficiënt schrijven?
- Hoe kan ik de opbouw van mijn tekst verbeteren?
- Hoe kan ik mijn tekst bondiger formuleren?
- Is de samenhang tussen mijn alinea’s duidelijk?
- Is mijn abstract goed gestructureerd en compleet?
Je kunt de schrijfcoaches bereiken viaschrijfcoachesbmw@umcutrecht.nl.Op deze manier kun je je vraag stellen en je tekst eventueel als bijlage meesturen. Hoe specifieker de vraag, hoe specifieker het antwoord dat je zal ontvangen. De vraag ‘Is deze tekst goed?’ is te breed. De schrijfcoaches zullen niet een tekst van A tot Z doorlezen en geen feedback geven zonder te weten wat de precieze schrijfopdracht was en wat jouw vraag/probleem is. Het is daarbij belangrijk om te weten dat de schrijfcoaches geen feedback zullen geven op de inhoud van de tekst -dat is de taak van je docent/begeleider. In plaats daarvan zullen schrijfcoaches de focus leggen op het schrijfproces ende structuur van de tekst.
- Jij kan de doelgroep leidend laten zijn bij het kiezen van de rapportagevorm.
- Jij bent in staat een gestructureerde verhaallijn te creëren.
- Jij begrijpt het verschil tussen citeren, parafraseren en samenvatten en kan dit toepassen.
- Jij kan door juist taalgebruik, afgestemd op het doel,de wetenschappelijke boodschap overbrengen.
- Jij kan correct refereren.
Argumentatiestructuur | In een wetenschappelijke tekst gebruik je meerdere argumenten. De argumentatiestructuur is het overzicht van zowel de argumenten (met bijhorende subargumenten) die je conclusie of standpunt onderbouwen, als de tegenargumenten die moeten worden ontkracht. Verwijs duidelijk naar literatuur en zet alle argumenten opeen logische volgorde. Deze onderdelen neem je op in schrijfplan. Verbind je argumenten met elkaar door gebruik te maken van verbindingswoorden. |
IMRD-structuur | De standaardindeling van een wetenschappelijke tekst, bestaande uit: Introductie, Materialen & Methoden, Resultaten, Discussie. |
Maatschappelijke relevantie | De relevantie die het onderzoek heeft voor de samenleving. |
Onderzoeksvraag | De centrale vraag waarop het onderzoek antwoord probeer te geven. |
Parafraseren | Het in je eigen woorden beschrijven van informatie uit een andere bron. Dit gaat uiteraard altijd gepaard met bronvermelding. |
Peer review | Het kritisch lezen en aangeven van verbeterpunten in je tekst, gedaan door peers. Tijdens je studie zijn dit mede-studenten. Ook bij onderzoekers worden manuscripten voor wetenschappelijke artikelen gepeer-reviewed door andere onderzoekers uit hetzelfde vakgebied. De peer reviewers bepalen voor een groot deel of een artikel al dan niet gepubliceerd mag worden. Hun suggesties moeten verwerkt worden om in aanmerking te komen voor publicatie. |
Primaire literatuur | Wetenschappelijke artikelen waarin de uitvoering en resultaten van een praktisch onderzoek worden beschreven. Review-artikelen zijn geen primaire literatuur. |
Probleemstelling | Het belangrijkste probleem waarvoor het onderzoek een oplossing probeert te vinden. De onderzoeksvraag (hóe je het probleem wilt onderzoeken) komt voort uit de probleemstelling. |
Refereren | Verwijzen naar bronnen uit de literatuur. |
Signaalwoorden | Signaalwoorden (ook wel verbindingswoorden genoemd) geven een relatie aan, zoals een tegenstelling, overeenkomst, voorbeeld, resultaat of samenvatting. Verbindingswoorden gebruik je dus om de samenhang tussen zinnen aan te geven. Goed gebruik van verbindingswoorden vergroot de leesbaarheid van de tekst. |
Schrijfplan | Een ruwe, puntsgewijze indeling van welke informatie waar wordt aangeboden in je tekst. Geef per hoofdstuk aan welke informatie besproken gaat worden. Rangschik deze informatie zodat je kunt zien of de verhaallijn logisch is voor de lezer. Uit deze ruwe opzet vloeien de paragrafen voort. |
Verbindingswoorden | Verbindingswoorden (ook wel signaalwoorden genoemd) geven een relatie aan, zoals een tegenstelling, overeenkomst, voorbeeld, resultaat of samenvatting. Verbindingswoorden gebruik je dus om de samenhang tussen zinnen aan te geven. Goed gebruik van verbindingswoorden vergroot de leesbaarheid van de tekst. |
Wetenschappelijke relevantie | De relevantie die het onderzoek heeft voor het wetenschappelijk veld. In een tekst wordt de wetenschappelijke relevantie gevormd door 1) eerdere bevindingen uit de literatuur en 2) het ‘gat in de kennis’. |
Wetenschappelijke schrijfstijl | Het doel van een wetenschappelijk verslag is het overbrengen van informatie. De schrijfstijl is daarom objectief, formeel en helder. Door het zakelijke karakter is een wetenschappelijk verslag zowel volledig als bondig. |
Zandlopermodel | De volgorde waarin informatie wordt aangeboden in een tekst. In de inleiding schrijf je van groot (brede context) naar klein (specifieke vraagstelling/hypothese) en in de discussie juist van klein (beantwoording vraagstelling, interpretatie resultaten) naar groot (betekenis resultaten voor het onderzoeksveld en de maatschappij). De inleiding vormt dus de bovenkant van de zandloper, de materialen & methoden en de resultaten het smalle middendeel, en de discussie de breder uitlopende onderkant van de zandloper. |